Op 9 februari 2017 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in de zogenaamde X-zaak. In deze zaak draaide het om een inwoner van Spanje die zij inkomen voor 60% verdiende in Nederland en voor 40% verdiende in Zwitserland. In Spanje had hij verder geen arbeidsinkomen, maar wel een eigen woning en een hypotheekschuld waarvan hij de rente wilde aftrekken. De belastingplichtige was van mening dat Nederland toch aftrek moest toestaan en deed hierbij beroep op het vrije verkeer van artikel 49 VWEU.
De hoge raad had vragen gesteld aan het HvJ hoe omgegaan moet worden in de situatie dat het woonland geen fiscale tegemoetkoming kan geven omdat daar geen fiscale tegemoetkoming kan geven omdat daar geen inkomen belast is, terwijl ook de bronstaten op basis van nationale wetgeving aldaar geen aftrek van bijvoorbeeld de hypotheekrente uit het woonland toestaat.
In de uitspraak van het HvJ van 9 februari 2017 is nu vast komen te staan dat het bronland een pro rata aftrek moet toestaan indien dit bij gebrek aan inkomen in het woonland aldaar niet mogelijk is.
De sinds 2015 geldende regeling "kwalificerende buitenlandse belastingplicht" sluit juist heel strikt aan bij het 90% criterium. Op basis van deze uitspraak van het HvJ lijkt deze regeling dus in strijd te zijn met het EU-recht. In de wetgeving omtrent de kwalificerende buitenlands belastingplichtige is reeds enigszins geanticipeerd op de situatie waarin niet wordt voldaan aan het 90% criterium en waarbij in dit geval Nederland op basis van het EU-recht dan toch aftrekposten zou moeten toestaan. Deze bepaling is echter een algemeen vangnet waarop Nederland een beroep gaat doen in dit soort situaties. Het rechtszekerheidsbeginsel brengt echter met zich mee dat de wetgeving op voorhand duidelijkheid moet bieden. Het lijkt er dan ook op dat de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht aangepast dan wel ten minste verduidelijkt dient te worden. Mocht dat niet gebeuren, dan kan een belastingplichtige in dit soort situaties altijd direct een beroep doen op deze uitspraak van het HvJ.
Bron: Jongbloed.